Huisnummer toevoegingen

In Nederland worden toevoegingen bij huisnummers gebruikt om verschillende eenheden op hetzelfde adres te onderscheiden. Hier zijn de meest voorkomende toevoegingen en hun betekenissen:

1. Bis: Deze toevoeging wordt gebruikt om een tweede huisnummer op hetzelfde perceel aan te duiden. Bijvoorbeeld, 23 bis betekent dat er een tweede woning is op het adres 23. Dit wordt vaak gebruikt in oudere wijken.

2. H (Hoofdgebouw): Dit wordt gebruikt om het hoofdgebouw op een perceel aan te geven. Bijvoorbeeld, 23H duidt het hoofdgebouw aan op het adres 23.

3. I, II, III, etc. (Romeinse cijfers): Deze worden gebruikt om verschillende appartementen of units binnen hetzelfde gebouw aan te geven. Bijvoorbeeld, 23I en 23II zouden verschillende appartementen binnen hetzelfde gebouw kunnen zijn.

4. A, B, C, etc. (Letters): Dit wordt vaak gebruikt om meerdere woningen of eenheden binnen hetzelfde gebouw of op hetzelfde perceel aan te duiden. Bijvoorbeeld, 23A en 23B zouden verschillende eenheden op het adres 23 kunnen zijn.

5. Hs (Huis): Deze toevoeging wordt soms gebruikt om aan te geven dat het een zelfstandige woning betreft. Bijvoorbeeld, 23Hs zou kunnen aangeven dat het een huis betreft in plaats van een appartement of een andere type eenheid.

6. Huisnummertoevoegingen in cijfers (bijvoorbeeld 23-1, 23-2): Dit wordt ook gebruikt om verschillende eenheden binnen hetzelfde gebouw aan te geven. Bijvoorbeeld, 23-1 en 23-2 zouden verschillende appartementen of eenheden kunnen zijn binnen het gebouw op nummer 23.

7. Huisnummers met Schuine Streep (/): Bijvoorbeeld, 23/1, 23/2. Dit geeft vaak aan dat het gaat om verschillende ingangen of units binnen hetzelfde gebouw of op hetzelfde perceel.

8. Bg (Begane Grond): Deze toevoeging duidt aan dat de woning of eenheid op de begane grond is. Bijvoorbeeld, 23Bg betekent dat de eenheid op de begane grond van nummer 23 is.

9. Souterrain of S (Souterrain): Dit geeft aan dat de woning of eenheid zich in het souterrain (kelderverdieping) bevindt. Bijvoorbeeld, 23S betekent dat de eenheid zich in het souterrain van nummer 23 bevindt.

10. Hg (Hoog): Dit wordt gebruikt om een verdieping aan te duiden, vaak een bovenwoning. Bijvoorbeeld, 23Hg kan betekenen dat de woning op een hogere verdieping van nummer 23 is.

11. Etage of ET: Dit wordt gebruikt om aan te geven dat de eenheid zich op een specifieke etage bevindt. Bijvoorbeeld, 23-1ET voor de eerste etage van nummer 23.

12. Appartementnummers: Deze worden vaak aangeduid met een combinatie van letters en cijfers. Bijvoorbeeld, 23A-1 zou kunnen betekenen appartement 1 in gebouw 23A.

13. Links/Rechts (L/R): Dit wordt gebruikt om aan te geven aan welke kant van het gebouw de eenheid zich bevindt. Bijvoorbeeld, 23L voor links en 23R voor rechts.

14. VZ (Voorzijde) en AZ (Achterzijde): Deze toevoegingen geven aan of de woning zich aan de voor- of achterzijde van het gebouw bevindt. Bijvoorbeeld, 23VZ betekent dat de eenheid zich aan de voorzijde bevindt.

15. Bijgebouw of BG: Dit wordt gebruikt om een bijgebouw aan te duiden. Bijvoorbeeld, 23BG zou kunnen betekenen dat het een bijgebouw is van het pand op nummer 23.

16. Garage of G: Deze toevoeging wordt gebruikt om een garage aan te duiden. Bijvoorbeeld, 23G betekent dat het een garage is behorende bij nummer 23.

17. Woningnummers binnen complexen: Bijvoorbeeld, 23-12 zou kunnen betekenen woning nummer 12 binnen het complex op nummer 23.

Door deze toevoegingen te gebruiken, kunnen adressen nauwkeuriger worden aangeduid, wat vooral handig is in stedelijke gebieden met veel appartementen, bijgebouwen en andere eenheden op hetzelfde perceel.